Dit jaar werd voor het eerst de ‘Zondag van het Woord van God’ gevierd. Volgens paus Franciscus kan de Bijbel immers niet de erfenis zijn van enkelen en zeker niet een verzameling boeken alleen voor de geprivilegieerde mensen.
Voor gelovigen is het belangrijk dat ze zichzelf kunnen herkennen in de woorden van de Bijbel. Veel missionarissen hebben dan ook een groot deel van hun missionaire werk besteed aan het vertalen van de Bijbel in de taal van de plaatselijke bevolking bij wie ze woonden en werkten.
In Mexico verscheen in 2015, na 25 jaar werk, de vertaling van de Bijbel in het Tzotzil. Het Tzotzil is een taal die van de Maya’s komt en voornamelijk gesproken wordt op de hoogvlaktes van Chiapas door de etnische groep van de Tzotzil, ongeveer 350.000 mensen. Het vertaalwerk is gedaan door de Missionaire Priesters van het Heilig Hart en Santa Maria di Guadalupe, in samenwerking met enkele priesters uit het gebied zelf en met name met catechisten uit de parochies.
Twee missionarissen van PIME (Pontifical Institute for Foreign Missions), Piergiorgio Cappelletti en Mario Frigerio hebben vijftig jaar in Kameroen gewoond en gewerkt en een belangrijk deel van hun missionaire engagement bestond uit het vertalen van het Woord van God in de taal van de Tipuri. Ze vertaalden de lezingen van de zondag en het Nieuwe Testament en werken nog aan het Oude Testament.
(Bron: Agenzia Fides)