Schoten weerklinken door de straten, raketten slaan in. Rook hangt boven de stad. Bisschop Shwe opent het terrein rond de kathedraal voor honderden mensen die bescherming zoeken. Maar ook daar zijn de mensen niet veilig. Buiten woeden gevechten tussen het regeringsleger en de verzetsstrijders. Na dagenlange gevechten moet iedereen, ook de bisschop, vluchten. Soldaten van de militaire junta houden sindsdien de kathedraal bezet.
Sinds de militaire staatsgreep in 2021 woedt in Myanmar, een overwegend boeddhistisch land, een bloedige burgeroorlog. Christenen vormen slechts zo’n zes procent van de bevolking en behoren grotendeels tot etnische minderheden. De militaire junta strijdt tegen verschillende verzetsgroepen, waaronder legers van etnische minderheden en burgerwachten van jonge mensen. In enkele regio’s richt het geweld zich doelbewust tegen christelijke dorpen. Kerken, scholen en ziekenhuizen worden gebombardeerd.
In november 2023 wordt Loikaw van alle kanten onder vuur genomen. De bevolking vlucht. Sindsdien leeft bisschop Shwe met verdreven mensen in het oerwoud, in provisorische kampen gemaakt van bamboestokken en dekzeilen, met kookstelletjes van leem en steen. Maar zelfs deze worden gebombardeerd. “Velen adviseerden mij daarheen te gaan waar geen gevechten zijn”, vertelt de 61-jarige. “Maar hoe kan ik mijn mensen achterlaten?”
Bisschop Shwe trekt van kamp naar kamp en zoekt contact met de mensen. Steeds weer wordt hij op de proef gesteld. Wanneer de levensmiddelen op zijn. Wanneer er een medisch noodgeval is. Soms lijkt er geen oplossing te zijn. “Maar dan komt er iemand die mij helpt”, vertelt hij. Zo lukt het hem voor de mensen te zorgen.
Zoals de inwoners van Loikaw vergaat het velen in Myanmar. Meer dan drie miljoen mensen zijn in het land op de vlucht, meer dan een miljoen islamitische Rohingya vluchtten naar Bangladesh. Duizenden zochten hun toevlucht in Thailand. In Myanmar zelf zorgen kerkelijke medewerkers op veel plekken voor de vluchtelingen.
Bisschop Shwe maakt zich vooral zorgen om de toekomst van de kinderen. Al jaren kunnen velen niet naar school. De kerk probeert met informeel onderwijs een basisvorming te geven. Maar erkende diploma’s kunnen de leerlingen niet verwerven. Daarbij komt de voortdurende dreiging van aanvallen. “Wie voortdurend angst heeft, kan niet leren”, zegt de bisschop.
Ondanks alles blijft hij hoopvol: “Ik heb geleerd dat wij moeilijkheden in kansen moeten veranderen. Dit is de tijd waarin God ons oproept, ons te verenigen. Wij ervaren dat God met ons is.” Soms, zo vertelt bisschop Shwe, vragen gelovigen hem wanneer ze weer terug in hun kathedraal kunnen. “Dan zeg ik: de kerk is geen gebouw. Wanneer wij samen bidden, bij elkaar blijven en voor elkaar zorgen, dan is daar de kerk. Nu is ze bij de verdreven mensen in het oerwoud.”